Fragment: ‘De strijd tussen stad en platteland is een historisch gegeven’

Hij woont in Nijmegen, de Denker des Vaderlands en hoogleraar filosofie aan de Radboud Universiteit, houdt van glooiend landschap en van de nabijheid van een rivier. René ten Bos (1959) studeerde in het ‘Havanna aan de Waal’, maar promoveerde in 2000 in Tilburg. ‘Steden leiden steeds meer een eigen leven. Het is een historisch gegeven, de strijd tussen stad en platteland.’ 

René ten Bos, Denker des Vaderlands 

Ten Bos is een in alle opzichten dwarse denker: wie niet twijfelt, doet iets verkeerd. In zijn boek Dwalen in het antropoceen (2017) maakt hij van tegendenken bijna een methode. Hij is kritisch over multinationale bedrijven als AKZO en de NAM, maar ook over de ecologische beweging en hij schrijft over beide met een scherpe pen. 

Tegendenken 

Tijdens ons gesprek over randland en randstad kiest hij stevig partij, springend van zeer persoonlijke observaties (‘Er wordt te weinig geneukt op het platteland. Daarom is er krimp’ naar reflecties over vooroordelen. (‘Het is helemaal niet waar dat er in Amsterdam niet gegroet wordt. In de wijk waar mijn dochter woont, echt zo’n gezellige Marokkanenbuurt, daar groet iedereen elkaar.’) 

Drukte 

‘Ik geloof niet dat de tegenstelling tussen randstad en randland zo groot is als velen lijken te geloven. Neem Zuid-Holland. Ik hoorde laatst van een boerderijtje, midden in de polder bij de Reeuwijkse plassen, waar je alleen met een bootje kunt komen. Ons gevoel bij de randstad is altijd dat het er zo druk is. Maar die boerderij ligt midden in het Groene Hart. Ik woon hier in Nijmegen drie kilometer van Duitsland. Daar is ruimte, veel ruimte. Hier hebben we die gekte van zoveel auto’s. En al die files. Er zijn mensen die dat leuk vinden, niet erg. Ik houd er niet van. Randstad associeer ik met drukte maar ook met vlakte. Met plat landschap, met industrie. Ondertussen is het boerenlandschap, wat jullie randland zouden noemen, ook heel industrieel.’ 

‘De NAM in Groningen, dat is pure maffia.’

Openluchtbejaardencentrum 

‘In het randland heb je ontvolking: Oost- Groningen, Zuid-Limburg. Een vriend van mij woont in Slenaken. Dat is een openluchtbejaardencentrum. De jongeren die er wonen, dat is allemaal import. Jeugd heeft natuurlijk de neiging om naar de stad te gaan. Er is te weinig te doen in het randland. De studenten van de Nijmeegse universiteit komen uit Brabant, Limburg, Twente en de Achterhoek. Heel weinig van hen gaan terug naar hun geboortestreek.’ 

Lees het complete artikel in Oosting Magazine.